Australische onderzoekers publiceren online in Cancer de uitkomsten van een studie van klinische en pathologische kenmerken van familiaire pancreaskanker.¹ Deelnemers aan de studie waren 766 patiënten bij wie pancreatic ductal adenocarcinoma (PC) was gediagnostiseerd. Prof. Andrew Biankin (Garvan Institute of Medical Research, Darlinghurst NSW) en collega’s vergeleken kenmerken van de patiënten die één of meer eerstegraads verwanten met PC hadden (FPC) met kenmerken van patiënten zonder eerstegraads verwanten met PC (SPC).


De prevalentie van FPC in het cohort bedroeg 8,9%. In FPC-gezinnen met een aangedaan ouder-kind paar was 71% van de volgende generatie 12,3 jonger bij diagnose. Patiënten met FPC hadden meer eerstegraads verwanten met een extrapancreatische maligniteit (EPM), te weten 42,6% versus 21,2% (p<0,0001). Vooral de risico’s van melanoom en endometriumkanker waren verhoogd bij eerstegraadsverwanten van FPC-patiënten. De FPC-patiënten zelf hadden geen verhoogd EPM-risico.

Patiënten met SPC waren vaker actieve rokers, hadden een hogere cumulatieve tabak-blootstelling, en hadden minder multifocale precursor-lesies, die overigens niet geassocieerd waren met verschillen in overleving. Lang-bestaande diabetes mellitus (langer dan twee jaar) was geassocieerd met slechte overleving bij zowel FPC als SPC.

1.Humphris JL, Johns AL, Simpson SH et al. Clinical and pathologic features of familial pancreatic cancer. Cancer 2014; epub ahead of print