
Na de behandeling werden follow-bloedmonsters verkregen van 71 patiënten. De behandeling leidde tot partiële respons en stabiele ziekte in respectievelijk 32 en 12 patiënten, terwijl 27 patiënten progressieve ziekte vertoonden. De CTC-positiviteit in de follow-up monsters was 40,7% in de groep met progressieve ziekte versus 6,3% in de groep met partiële respons. Het verschil is statistisch significant. Patiënten bij wie door de behandeling de CTC-status veranderde van positief in negatief hadden een even goede prognose als patiënten die voor de behandeling geen CTCs hadden.
De onderzoekers concluderen dat evaluatie van CTCs in OSCC een veelbelovende voorspeller kan zijn van de prognose, en ook een goede marker kan zijn voor de werkzaamheid van de behandeling.
1.Matsushita D, Uenosono Y, Arigami T et al. Clinical significance of circulating tumor cells in peripheral blood of patients with esophageal squamous cell carcinoma. Ann Surg Oncol 2015; epub ahead of print