
Gedurende maximaal 32 jaar follow-up (3.137.359 persoonsjaren) werden onder de vrouwen 27.985 en onder de mannen 7571 incidente kankers gediagnostiseerd. Vergeleken met niet-aspirinegebruikers was in regelmatig-aspirinegebruikers (twee keer of vaker per week 325 mg) het kankerrisico matig verlaagd (RR 0,95; 95%-bti 0,93-0,98). Dit effect werd voornamelijk gedreven door een lager risico van gastro-intestinale kankers (HR 0,80; 95%-bti 0,75-0,85), inclusief colorectaalcarcinoom (HR 0,75; 95%-bti 0,69-0,81), en gastro-oesofagale kankers (HR 0,86; 95%-bti 0,71-1,04). Gebruik van aspirine was niet geassocieerd met het risico van niet-gastro-intestinale kankers, waaronder mammacarcinoom, gevorderd prostaatcarcinoom, of longcarcinoom.
Het gunstige effect van aspirinegebruik op het risico van overall kanker was dosisafhankelijk. Vergeleken met geen gebruik waren de relatief risico’s 0,99 voor 0,5 tot 1,5 tabletten van 325 mg per week; 0,97 voor twee tot en met vijf tabletten per week; 0,93 voor zes tot en met veertien tabletten per week; en 0,94 voor vijftien of meer tabletten per week (p for trend <0,001). Significante risicoreductie vereiste tenminste zestien jaar gebruik, en was vier jaar na stoppen met gebruik niet meer zichtbaar. De associatie van aspirinegebruik met het kankerrisico was niet afhankelijk van geslacht, ras, geschiedenis van diabetes, familiegeschiedenis van kanker, body mass index, rookgedrag, regelmatig gebruik van NSAIDs, en multivitaminegebruik.
De onderzoekers concluderen dat deze resultaten een inverse associatie steunen tussen regelmatig aspirinegebruik en het risico van kanker. Vergeleken met preventie van cardiovasculaire ziekten zijn misschien hogere doseringen vereist voor de preventie van kanker. Langdurig gebruik van aspirines was sterk geassocieerd met een lager kankerrisico.
1.Cao Y et al. Long-term use of aspirin and risk of cancer. AACR Annual Meeting 2015; abstr. 3197