
Deelnemers aan de studie in Vancouver en omgeving waren 749 NHL-patiënten en 818 controlepersonen die waren gematcht voor leeftijd, geslacht, en woonplaats. De deelnemers beantwoordden vragenlijsten over hun levenslange vrije-tijds fysieke activiteit (aantal uren per dag en dagen per week lichte, matige of inspannende activiteit, voor elk decennium van het leven). Op basis van de informatie berekenden de onderzoekers voor elke deelnemer een score voor de levenslange lichte, matige, of inspannende fysieke activiteit.
De deelnemers uit het tweede, derde en vierde kwartiel van de score voor de inspannende fysieke activiteit hadden een lager NHL-risico dan de deelnemers uit het kwartiel met de laagste levenslange fysieke activiteit: OR 0,69 (95%-bti 0,52-0,93) voor het tweede kwartiel; OR 0,68 (95%-bti 0,50-0,92) voor het derde kwartiel; en OR 0,75 (95%-bti 0,55-1,01) voor het vierde kwartiel. Er waren geen associaties tussen het NHL-risico en lichte of matige fysieke activteit. Er waren geen duidelijke leeftijdsperioden waarin fysieke activiteit van grotere invloed was op het NHL-risico.
De onderzoekers concluderen dat levenslange inspannende fysieke activiteit geassocieerd is met significante verlaging van het risico van non-Hodgkin lymfoom.
1.Boyle T, Gallagher RP, Gascoyne RD et al. Lifetime physiscal activity and the risk of non-Hodgkin lymphoma. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2015;24:873-877