Ongeveer
tien procent van de patiënten met pancreascarcinoom heeft een positieve
familiegeschiedenis. Een screeningsprogramma voor individuen met een verhoogd
risico zou aanbevelenswaardig zijn, schrijven Zweedse onderzoekers online in JAMA Surgery.1 In de publicatie presenteren dr. Marco del Chiaro (Karolinska Instituut, Stockholm)
korte-termijn resultaten van een MRI-gebaseerd surveillanceprogramma voor
hoog-risico personen.
Aan het
programma werd deelgenomen door 40 personen (24 vrouwen) met een mediane
leeftijd van 49,9 jaar. De mediane duur van de follow-up was 12,9 maanden. Twee
deelnemers hadden vijf verwanten met pancreascarcinoom, vijf deelnemers vier
verwanten, zeventien deelnemers drie verwanten, veertien deelnemers twee
verwanten, en twee deelnemers één verwant. Vier deelnemers hadden een p16-mutatie, drie een BRCA2-mutatie en één een BRCA1-mutatie. In zestien deelnemers
(40%) werd met MRI een pancreaslesie waargenomen: intraductale papillaire
mucineuze neoplasie in veertien patiënten, pancreas ductaal adenocarcinoom in
twee patiënten, en beide typen lesies in één patiënt. Vijf patiënten zijn
geopereerd; de anderen zijn onder voortdurende surveillance.
De
onderzoekers concluderen dat MRI-gebaseerde screening gedurende een follow-up
van ongeveer één jaar pancreaslesies zichtbaar maakte in veertig procent van
hoog-risico individuen, van wie er vijf chirurgie ondergingen. Het
surveillanceprogramma lijkt effectief te zijn. Exclusief gebruik van MRI bij de
surveillance is relatief goedkoop en veilig vergeleken met meer agresseive
methoden.
1.Del Chiaro M, Verbeke CS, Kartalis N et al.
Short-term results of a magnetic resonance imaging-based Swedish screening
program for individuals at risk for pancreatic cancer. JAMA Surgery 2015; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)