
Onder de MRISC-deelneemsters werden 97 mammacarcinomen gevonden in 93 patiënten die MRI-screening hadden ondergaan binnen twee jaar voor de diagnose: 33 BRCA1-mutatiedraagsters, 18 BRCA2-mutatiedraagsters, en 42 met familiaal risico. De MRISC-patiënten hadden vergeleken met de controlepatiënten kleinere tumoren (kleiner dan T2 87% versus 52%; p<0,001), waren vaker kliernegatief (69% versus 44%; p=0,001), kregen minder vaak chemotherapie (39% versus 77%; p<0,001), en kregen minder vaak hormonale therapie (14% versus 47%; p<0,001).
Tijdens follow-up van mediaan 9 jaar (range 0 tot 14 jaar) werden metastasen gezien in 9% van de MRISC-patiënten versus 23% van de controlepatiënten (p=0,009). De MFS was beter in MRISC-patiënten overall (HR 0,36; p=0,008), MRISC-patiënten met familiaal risico (HR 0,21; p=0,024), en in MRISC-patiënten met BRCA1-mutaties (HR 0,30; p=0,055). MFS was ook na correctie voor lead time beter in MRISC-patiënten. De overall survival was niet-significant beter in de MRISC-patiënten (HR 0,51; p=0,064).
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van MRI aan jaarlijkse mammografiescreening leidt tot betere metastasevrije overleving in vrouwen met BRCA1-mutaties of familiale predispositie.
1.Saadatmand S, Obdeijn IM, Rutgers EJ et al. Survival benefit in women with BCRA1 mutation or familial risk in the MRI Screening Study (MRISC). Int J Cancer 2015; epub ahead of print