Er is geen
duidelijkheid over het verband tussen menopauzale hormoontherapie en het risico
van mammacarcinoom. Dr. Rowan Chlebowski (UCLA) en collega’s publiceren online
in JAMA Oncologyuitkomsten van twee gerandomiseerde studies van het Women’s Health Initiative.1
In de eerste
studie werden 16.608 vrouwen met een uterus gerandomiseerd naar oestrogeen-
plus progestin-behandeling of placebo. De mediane duur van de interventie was
5,6 jaar. Tijdens de eerste twee jaar van de interventie was het risico van
mammacarcinoom in de interventiegroep verlaagd (HR 0,71; 95%-bti 0,47-1,08),
maar het nam vervolgens continu toe, zodat voor de gehele interventieperiode
het risico significant verhoogd was (HR 1,24; 95%-bti 1,01-1,53). In de vroege
post-interventiefase nam het risico van mammacarcinoom in de interventiegroep
weer af, hoewel de HR hoger bleef dan 1,0 (HR 1,23; 95%-bti 0,90-1,70). Gedurende
de late post-interventiefase, vandaf drie jaar na de interventie, was het
risico van mammacarcinoom in de interventiegroep significant verhoogd (HR 1,37;
95%-bti 1,06-1,77).
In de tweede
studie werden 10.739 vrouwen met voorafgaande hysterectomie gerandomiseerd naar
oestrogeen of placebo. De mediane duur van de interventie was 7,2 jaar. In deze
studie was het risico van mammacarcincoom in de interventiegroep verlaagd
gedurende de interventieperiode (HR 0,79; 95%-bti 0,61-1,02) en gedurende de
vroege post-interventieperiode, tot drie jaar na de interventie (HR 0,55;
95%-bti 0,34-0,89) maar niet gedurende de late post-interventieperiode (HR
1,17; 95%-bti 0,73-1,87).
1.Chlebowski RT, Rohan TE, Manson JE et al. Breast
cancer after use of estrogen plus progestin and estrogen alone. Analyses of
data from 2 Women’s Health Initiative randomized clinical trials. JAMA Oncol
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)