Contralaterale
en bilaterale profylactische mastectomie (CPM, BPM) verlagen het risico van
nieuw ipsilateraal mammacarcinoom aanzienlijk. Dr. Robert Mutter (Mayo Clinic,
Rochester MN) en collega’s hebben een single
institution studie uitgevoerd van de presentatie, management en uitkomsten
van mammacarcinoom na CPM of BPM. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.1
Tussen 1960
en 1993 ondergingen 1065 vrouwen bij de Mayo Clinic BPM, en ondergingen 1643
vrouwen met unilateraal mammacarcinoom behandeld met therapeutische mastectomie
CPM. Bij 25 van deze vrouwen werd later invasief mammacarcinoom of DCIS gezien;
dertien na BPM en twaalf na therapeutische mastectomie en CPM. De mediane
follow-up na de profylactische mastectomie was 22 jaar (range 3 tot 34 jaar).
Klinisch geïsoleerde lokale ziekte werd gezien in zeventien patiënten (68%),
ziekte beperkt tot de axilla zonder aanwijzing voor lokale primaire ziekte in
vier (16%), synchrone lokale en axillaire ziekte in één (4%) en synchrone
lokale ziekte en metastasen op afstand in drie (12%). De zeventien patiënten
met geïsoleerde lokale ziekte werden gewoonlijk behandeld met nieuwe
mastectomie (65%) of lokale excisie (29%), gevolgd door overweging van
adjuvante therapie. De vijf-jaars ziektevrije overleving was 69% (95%-bti
52-94%) voor de 22 patiënten die geïsoleerde locoregionale ziekte hadden na profylactische
mastectomie en met curatieve intentie werden behandeld.
De
onderzoekers concluderen dat mammacarcinoom na profylactische mastectomie kan
voorkomen, zij het infrequent, en dat de meest-voorkomende presentatie kan
worden gemanaged met resectie en overweging van adjuvante therapie.
1.Mutter RW, Frost MH, Hoskin TL et al. Breast
cancer after prophylactic mastectomy (bilateral or contralateral prophylactic
mastectomy), a clinical entity: presentation, management, and outcomes. Breast
Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)