De
prognostische rol van de mate van lymfadenectomie tijdens chirurgie voor
slokdarmcarcinoom is niet duidelijk. Dr. Jesper Lagergren (Guy’s and St. Thomas' NHS Foundation Trust, Londen) en collega’s hebben een cohortstudie uitgevoerd om
deze associatie op te helderen. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA Surgery.1 Deelnemers waren 606 patiënten die
oesofagectomie voor kanker ondergingen tussen 1 januari 2000 en 31 januari
20014, met follow-up tot 2014.
Van de
deelnemers hadden 506 (83,5%) slokdarmadenocarcinoom, 323 (53%) overleden
binnen vijf jaar na de chirurgie, en 235 (39%) overleden aan recidief. Het
aantal geresecteerde lymfeklieren was niet statistisch significant geassocieerd
met all-cause of ziektespecifieke
mortaliteit, onafhankelijk van stratificatie voor T-categorie, kalenderperiode
of chemotherapie. Patiënten in het hoogste kwartiel van aantal verwijderde
klieren (21-52 klieren) hadden geen statistische significant lagere all-cause mortaliteit dan patiënten in
het laagste kwartiel (0-10 klieren; HR 0,86; 95%-bti 0,63-1,17), vooral niet in
de meest recente kalenderperiode (2007-2012; HR 0,98; 95%-bti 0,57-1,66). Een
hoger aantal metastatische klieren en een hogere ratio van positieve/negatieve
klieren waren dosis-respons afhankelijk geassocieerd met hogere mortaliteit.
De
onderzoekers concluderen dat de mate van lymfadenectomie tijdens chirurgie voor
slokdarmcarcinoom in deze studie niet van invloed was op de vijf-jaars all-cause of ziektespecifieke mortaliteit.
1.Lagergren J, Mattson F, Zylstra J et al. Extent
of lymphadenectomy and prognosis after esophageal cancer surgery. JAMA Surg
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)