In
epidemiologische studies is een associatie gezien tussen obesitas en
ER-positieve borstkanker, maar het mechanisme dat aan de associatie ten
grondslag ligt is nog niet duidelijk. Onderzoekers van MD Anderson Center van
de University of Texas publiceren online in JNCI een studie naar dit mechanisme.1 Dr. Enrique Fuentes-Mattei en collega’s
analyseerden transcriptoomprofielen van biopten
die voor het begin van de behandeling waren genomen bij 137 patiënten
met ER-positieve borstkanker. Ze zagen een associatie tussen obesitas en 59
biologisch functionele veranderingen die gerelateerd zijn aan kanker in de
profielen. Uit gene enrichment
analyses bleek dat deze veranderingen terug te voeren waren op veranderingen in
AKT-target genen (p=0,04) en epithelial-mesenchymal transition genen
(p=0,03).
In een obees
muismodel zagen de onderzoekers activering van de AKT/mTOR-route bij door
obesitas versnelde groei van mammatumoren. Toediening van metformine of
everolimus aan de muizen leidde tot suppressie van de obesitas-geïnduceerde
secretie van adipokines en van de vorming en groei van mammatumoren. In in vitro experimenten reguleerden de
adipokines uit adipocyten de proliferatie en invasie van adipocyt-geïnduceerde
borstkankercellen. De onderzoekers concluderen dat adipokinesecretie en
AKT/mTOR-activering een belangrijke rol spelen bij door obesitas versnelde
agressiviteit van borstkanker. Dit mechanisme zou een deel van de verklaring
kunnen zijn voor de associatie tussen obesitas en R-positieve borstkanker,
naast hyperinsulinemie, oestrogeensignalering en inflammatie. Metformine en
everolimus hebben therapeutisch potentieel bij obese patiënten met ER—ositieve
borstkanker.
1. Fuentes Mattei E, Velazquez-Torres G, Phan L et
al. Effects of obesity on transcriptomic changes and cancer hallmarks in
estrogen receptor-positive breast cancer. J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of
print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)