
In de analyse werden de deelnemers onderscheiden in groepen met lage CRF (laagste 20%), matige CRF (middelste 40%) en hoge CRF (hoogste 40%). In de groep met de hoge CRF vergeleken met de lage CRF was het risico van longcarcinoom verlaagd met 55% (HR 0,45; 95%-bti 0,29-0,68) en het risico van colorectaalcarcinoom met 44% (HR 0,56; 95%-bti 0,36-0,87). Het risico van prostaatcarcinoom was in de groep met de hoge CRF verhoogd (HR 1,22; 95%-bti 1,02-1,46).
Onder de deelnemers bij wie (tijdens de follow-up) na de leeftijd van 65 jaar een diagnose kanker werd gesteld was een eerder bepaalde hoge CRF geassocieerd met 32% verlaging van de kankerspecifieke mortaliteit (HR 0,68; 95%-bti 0,47-0,98) en 68% verlaging van de cardiovasculaire mortaliteit (HR 0,32; 95%-bti 0,16-0,64), wederom vergeleken met mannen met een lage CRF.
De onderzoekers concluderen dat een hoge CRF tijdens middelbare leeftijd geassocieerd is met verlaagd risico van long- en colorectaal- maar niet prostaatcarcinoom. Hoge CRF is ook geassocieerd met verlaagde mortaliteit na een kankderdiagnose.
1.Lakoski SG, Willis BL, Barlow CE et al. Midlife cardiorespiratory fitness, incident cancer, and survival after cancer in men. JAMA Oncol 2015; epub ahead of print