
De onderzoekers zagen mediaan 8,97 somatische mutaties per DNA-megabase. Uit vergelijking van per patiënt gematcht tumor- en normaal weefsel bleek dat achttien genen significant gemuteerd waren. Tot deze mutaties behoorden RIT1 activerende mutaties en nieuw beschreven loss-of-function MGA-mutaties. EGFR-mutaties waren meer frequent bij vrouwelijke patiënten, en RBM10-mutaties waren meer frequent bij mannen. Bij 13% van de patiënten werden afwijkingen in NF1, MET, ERBB2 en RIT1 gezien. Deze afwijkingen waren verrijkt in monsters die anderszins geen geactiveerd oncogeen bevatten, hetgeen wijst op een drijvende rol voor deze afwijkingen in de betreffende tumoren.
Uit vergelijking van DNA- en mRNA-sequenties van dezelfde tumoren bleek dat splicing alterations opgetreden waren die werden gedreven door somatische genomische veranderingen, waaronder exon 14 skipping in MET-mRNA in 4% van de patiënten. Activiteit van de MAPK- en PI(3)K-routes, bepaald op eiwit-niveau, werd slechts in een klein aantal patiënten verklaard door bekende mutaties, hetgeen wijst op nog onbekende activeringsmechanismen van deze routes.
Deze gegevens vormen een basis voor klassering en verder onderzoek van de moleculaire pathogenese van long-adenocarcinoom, aldus de onderzoekers.
1. The Cancer Genome Atlas Research Network. Comprehensive molecular profiling of lung adenocarcinoma. Nature 2014;epub ahead of print