Ongewenste
musculoskeletale effecten vormen een belangrijke reden voor stoppen van de adjuvante
AI-behandeling bij borstkankerpatiënten. Dit concluderen Anneleen Lintermans (KU
Leuven) en collega’s uit een studie die online is gepubliceerd in Breast
Cancer Research and Treatment.1 Ze voerden de studie uit bij 292
postmenopauzale patiënten met ER-positieve borstkanker, van wie er 188 werden
behandeld met een AI en 104 met tamoxifen. Bij aanvang van de behandeling, en
na drie, zes en twaalf maanden bepaalden de onderzoekers de grijpkracht van de
patiënten. Bij elk bezoek beantwoordden de deelneemsters ook een
reumatologievragenlijst.
Tijdens de
follow-up rapporteerde 74% van de AI-behandelde en 37% van de tamoxifen-behandelde
deelneemsters nieuwe of verergerde musculoskeletale klachten. Deelneemsters met
nieuwe of verergerde klachten hadden een significant verlaagde grijpkracht
(p=0,0002). Van de AI-behandelde patiënten staakte 15% de behandeling als
gevolg van de musculoskeletale klachten, gekenmerkt door een grotere afname van
de grijpkracht in vergelijking met die bij adherente deelneemsters (p=0,0107).
Tot de factoren die AI-gerelateerde musculoskeletale pijn voorspelden behoorden
jongere leeftijd (p=0,0135), taxaangebaseerde chemotherapie (p=0,0223) en
hogere klachtenscore bij aanvang (VAS hoger dan 4; p=0,0155). Het verlies van
grijpkracht was het grootst bij de AI-gebruiksters in extremen van de
BMI-distributie (p=0,0090).
1. Lintermans A, van Asten K, Wildiers H et al. A
prospective assessment of musculoskeletal toxicity and loss of grip strength in
breast cancer patients receiving adjuvant aromatase inhibitors and tamoxifen,
and relation with BMI. Breast Cancer Res Treat 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)