In de
meerderheid van patiënten met stadium II-IV epitheliaal ovariumcarcinoom (EOC)
treedt na aanvankelijke respons op platinum-gebaseerde chemotherapie recidief
op. Er bestaat geen duidelijkheid over de genomische veranderingen die een rol
spelen bij het ontstaan van resistentie tegen chemotherapie. Dr. Maurizio
D’Incalci (Istituto di Recerche Farmacologiche Mario Negri, Milaan) en
collega’s hebben mutatieprofielen onderzocht in genen die geassocieerd zijn met
chemotherapiegevoeligheid in een cohort van 33 gematchte primaire en
recidiverende tumoren. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Annals of Oncology.1
De
onderzoekers identificeerden in de biopten 2270 somatische mutaties (89,85%
SNPs; 8,19% indels; 1,92% onbekend). Homologe recombinatiegenen en TP53 waren gemuteerd in de meerderheid
van de primaire biopten, terwijl in alle biopten tezamen ATM, ATR, TOP2A en TOP2B gemuteerd waren. Slechts 2% van de mutaties kwam overeen
tussen gematchte primaire en recidiverende biopten. Aan de hand van mutaties
die werden gedetecteerd bij de tweede operatie konden patiënten worden
geclusterd in twee groepen met verschillend mutatieprofielen in genen die zijn
geassocieerd met homologe recombinatie, PI3K, biogenese van miRNA, en signaaloverdracht.
De
onderzoekers concluderen dat er slechts weinig concordantie is tussen primaire
en recidiverende tumoren, en dat recidiverend EOC minder heterogeen is dan de
primaire tumor.
1.Beltrame L, Di Marino M, Fruscio R et al.
Profiling cancer gene mutations in longitudinal epithelial ovarian cancer
biopsies by targeted next-generation sequencing: a retrospective study. Ann
Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)