Dr. David
Sher (Rush University, Chicago) en collega’s hebben het verband onderzocht
tussen verschillende stralingsdoses in neoadjuvante chemoradiotherapie voor
stadium IIIA NSCLC en uitkomsten. De studie is online gepubliceerd in het International
Journal of Radiation Oncology.1 In de National Cancer Database
vonden de onderzoekers gegevens van 1041 patiënten die tussen 1998 en 2005
voorafgaand aan de chirurgie
chemoradiotherapie hadden gekregen: 233 met 36 tot 45 Gy (LD-RT), 584 met 45-54
Gy (Standard Dose RT), en 230 met 54-74 Gy (HD-RT). De mediane overall survival
van het gehele cohort was 34,9 maanden; de drie- en vijf-jaars OS waren 48% en
37%.
De beste
overleving (p=0,0089) werd gezien in de SD-RT groep met mediaan 38,3 maanden,
versus 31,8 maanden in de LD-RT groep en 29,0 maanden in de HD-RT groep. Deze
conclusie werd bevestigd in multivariate analyse (HR versus LD-RT 0,77; HR
versus HD-RT 0,81). Residuele nodale ziekte werd minder vaak (p=0,0038) gezien
na HD-RT (25,5%) dan na LD-RT (31,8%) en SD-RT (37,5%). Patiënten behandeld met
SD-RT hadden minder vaak verlengd verblijf in het ziekenhuis. Er waren tussen
de groepen geen verschillen in positieve chirurgische marges of ongunstige
chirurgische uitkomsten.
De
onderzoekers concluderen dat neoadjuvante chemoradiotherapie tussen 45 en 54 Gy
geassocieerd was met betere overleving vergeleken met hogere en lagere doses.
1.Sher DJ, Fidler MJ, Seder CW et al. Relationship
between radiation therapy dose and outcome in patients treated with neoadjuvant
chemoradiation therapy and surgery for stage IIIA non-small cell lung cancer: a
population-based, comparative effectiveness analysis. Int J Radiat Oncol Biol
Phys 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)