In het NMSC-cohort was het relatief risico van alle primaire maligne kankertypen tezamen 1,36 (95% bti 1,35-1,37). De onderzoekers vonden significant verhoogde RRs (p<0,05) voor 26 van 29 onderzochte kankertypes, in het bijzonder voor speekselklierkanker (RR 5,78), melanoom (RR 5,54), botkanker (RR 2,93) en kanker van de upper gastrointestinal tract (RR 2,36).
Het risico van latere primaire kanker was vooral verhoogd bij jongeren in het NMSC-cohort. Voor mensen jonger dan 25 jaar bedroegen de RRs:
RR (95% CI) | ||
Any malignant primary cancer excluding NMSC | 22,64 (17,97-28,16) | |
Any malignant primary cancer excluding all skin | 14,45 (10,63-19,19) | |
Bone | 53,43 (24,15-103,05) | |
Brain | 20,18 (5,46-52,27) | |
Leukemia – lymphoid | 26,75 (8,65-62,79) | |
Melanoma – malignant | 94,41 (65,25-133,01) | |
Salivary gland | 93,44 (18,43-295,10) |
‘Mechanisms for this associations remain elusive,’ schrijven de onderzoekers.
Referentie
1. Ong ELH, Goldacre R, Hoang U et al. Subsequent primary malignancies in patients with nonmelanoma skin cancer in England: a national record-linkage study. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2014;23:490-498