Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Nivolumab versus everolimus voor gevorderd niercelcarcinoom

(0)2015-09-26 12:55   ( Nieuws )

Tags

CheckMate 025  mRCC  

Prof. Padmanee SharmaEen van de sprekers van het Presidential Symposium van het European Cancer Congress 2015, vandaag in Wenen, is prof. Padmanee Sharma (MD Anderson Cancer Center, Houston). Ze zal uitkomsten presenteren van de CheckMate 025 studie.1 De uitkomsten worden vandaag ook online gepubliceerd in het New England Journal of Medicine.2

CheckMate 025 was een fase 3-studie van de PD-1 immune checkpoint inhibitor nivolumab versus de mTOR-remmer everolimus in patiënten met gevorderd niercelcarcinoom. Deelnemers aan de studie waren 821 patiënten die één of twee eerdere lijnen anti-angiogene therapie gekregen hadden. Ze werden 1:1 gerandomiseerd naar nivolumab 3 mg/kg intraveneus iedere twee weken of everolimus 10 mg oraal eenmaal daags. De behandeling werd voortgezet tot progressie of niet-tolerabele toxiciteit optrad.

Het primaire eindpunt van de studie was overall survival. Bij een interim-analyse in juni 2015 was de mediane OS 25,0 maanden (95%-bti 21,8 maanden tot niet te bepalen) met nivolumab versus 19,6 maanden (95%-bti 17,6 tot 23,1 maanden) met everolimus. De HR voor overlijden met nivolumab versus everolimus was 0,73 (p=0,002), beter dan het geprespecificeerde criterium voor superioriteit (p≤0,0148). Op basis van deze analyse werd de studie in juli 2015 voortijdig afgebroken. De patiënten in de nivolumab-arm werden verder behandeld met nivolumab, en de patiënten in de everolimus-arm kregen de mogelijkheid over te gaan op nivolumab-behandeling.

De objectieve respons was 25% met nivolumab versus 5% met everolimus (OR 5,98; p<0,001). De mediane progressievrije overleving was 4,6 maanden met nivolumab versus 4,4 maanden met everolimus (HR 0,88; p=0,11). Graad 3- of 4-bijwerkingen werden gezien in 19% van de patiënten in de nivolumab-arm versus 37% van de patiënten in de everolimus-arm. De meest-geziene bijwerking met nivolumab was vermoeidheid (2% van de patiënten), en de meest-geziene bijwerking met everolimus was anemie (8%).

De onderzoekers concluderen dat nivolumab vergeleken met everolimus leidt tot betere overleving en minder graad 3- of 4-bijwerkingen in voorbehandelde patiënten met gevorderd niercelcarcinoom.

1.Sharma P et al. ECC 2015; abstr. LBA3
2.Motzer RJ, Escudier B, McDermott DF et al. Nivolumab versus everolimus in advanced renal-cell carcinoma. N Engl J Med 2015; epub ahead of print


Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren