Tumoren van jonge mammacarcinoompatiënten met obesitas of overgewicht hebben ongunstige kenmerken vergeleken met die van patiënten met een normaal gewicht. Echter, ook als voor deze kenmerken wordt gecorrigeerd blijft obesitas een onafhankelijk voorspeller van distant disease free interval (DDFI) en overall survival (OS). Zo luiden de conclusies uit de Britse POSH-studie (‘Prospective study of Outcomes in Sporadic versus Hereditary breast cancer’) . De resultaten zijn online gepubliceerd in Annals of Oncology.¹

Dr. Ellen Copson (University of Southampton) en collega’s analyseerden gegevens van 2843 patiënten in de leeftijd tot 40 jaar, bij 126 ziekenhuizen tussen 2001 en 2007. Van de patiënten had 53,7% een normaal gewicht of ondergewicht; 27,6% had overgewicht; en 18,7% was obees. De mediane tumorgrootte was significant hoger voor patiënten met obesitas of overgewicht: obesitas 26 mm versus normaal gewicht 20 mm, p<0,001; overgewicht 24 mm versus normaal gewicht 20 mm, p<0,001. Patiënten met obesitas en overgewicht hadden significant meer graad 3 tumoren: obesitas 63,9% versus normaal gewicht 59,0%, p=0,048; overgewicht 63,6% versus normaal gewicht 59,0%, p=0,034. Patiënten met obesitas en overgewicht hadden significant meer klierpositieve ziekte: obesitas 54,6% versus normaal gewicht 49,0%, p=0,027; overgewicht 54,2% versus normaal gewicht 49,0%, p=0,019. Obese patiënten hadden meer ER/PR/HER2-negatieve tumoren (25,0%) dan patiënten met normaal gewicht (18,3%; p=0,001).

Acht-jaars OS (HR 1,65; p<0,001) en DDFI (HR 1,44; p<0,001) waren significant ongunstiger in obese patiënten dan in patiënten met normaal gewicht. In multivariate analyse was obesitas na correctie voor tumorgraad, tumorgrootte, nodale en HER2-status nog steeds voorspellend voor OS en DDFI in patiënten met ER-positieve ziekte.

1.Copson ER, Cutress RI, Maishman T et al. Obesity and the outcome of young breast cancer patients in the UK: the POSH study. Ann Oncol 2014; epub ahead of print