
Tijdens de gemiddelde follow-up van 5,6 jaar werd bij 186 vrouwen ovarium- (n=132), oviduct- (n=22) of peritoneale kanker vastgesteld, van wie er 68 overleden. Voor vrouwen die bilaterale ovariëctomie hadden ondergaan was het risico van kanker tijdens de follow-up met 80% verlaagd (HR 0,20; p<0,001), en de all cause mortaliteit (tot de leeftijd van 70 jaar) met 77% (HR 0,23; p<0,001). De risicoreductie kwam vrijwel geheel voor rekening van de BRCA1-mutatiedraagsters.
De auteurs stellen dat de onderzoeksresultaten uitwijzen dat draagsters van de BRCA1-mutatie er verstandig aan doen ovariëctomie te ondergaan voor ze de leeftijd van 35 jaar bereikt hebben. ‘If a woman with a BRCA1 mutation chooses to delay salpingo-oophorectomy until age 40 years, we estimate that she will have a 4.0% chance of being diagnosed with ovarian cancer, either clinically before or at the time of salpingo-oophorectomy. If she chooses to wait until age 50 years, the probability rises to 14,2%.’
Referentie
1. Finch APM, Lubinski J, Møller P et al. Impact of oophorectomy on cancer incidence and mortality in women with a BRCA1 or BRCA2 mutation. J Clin Oncol 2014; epub ahead of print.