Invoering
van de borstkankerscreening bij vrouwen van 50 tot en met 69 jaar in Noorwegen heeft
geresulteerd in een sterke stijging van de diagnose van stadium I borstkanker.
De incidentie van borstkanker stadium II en hoger in deze leeftijdsgroep nam
echter ook toe na invoering van de screening. De incidentie van gevorderde
borstkanker onder (niet-gescreende) vrouwen van 20 tot 49 jaar nam na
introductie van de screening eveneens toe, terwijl bij deze vrouwen de
incidentie van stadium I borstkanker na de introductie van de screening vrijwel
gelijk was aan de incidentie voor de introductie.
Zo luiden de
conclusies uit een studie die op 4 maart werden gepubliceerd in het European
Journal of Public Health.1 Mette Lousdal (Universiteit Aarhus,
Denemarken) en haar coauteurs vroegen bij het Noorse kankerregister gegevens op
van alle vrouwen in de leeftijd van 20 jaar en ouder bij wie tussen 1987 en
2010 de diagnose borstkanker was gesteld. Ze vergeleken de incidentie van de
ziekte in drie perioden: voor introductie van de screening (1987 tot 1995),
tijdens de introductie (1996-2004), en na de introductie (2005-2010). Bij de
analyse onderscheidden ze twee leeftijdsgroepen: vrouwen die niet (20 tot en
met 49 jaar oud) en vrouwen die wel (50 tot en met 69 jaar oud) in aanmerking
kwamen voor screening.
Onder
vrouwen in de leeftijd van 50 tot en met 69 jaar nam de jaarlijkse incidentie
van stadium I borstkanker toe van 63,9 per 100.000 in 1987-1995 tot 141,2 per
100.000 in 2005-2010 (toename met een factor 2,21). De jaarlijkse incidentie
van stadium II en hoger nam toe van 86,9 per 100.000 in 1987-1995 tot 117,3 per
100.000 (factor 1,35). Bij de vrouwen in de jongere leeftijdsgroep nam de
jaarlijkse incidentie van stadium I borstkanker toe van 16,7 per 100.000 voor
introductie van de screening tot 18,7 per 100.000 na introductie (factor 1,12).
In deze leeftijdsgroep nam de incidentie van borstkanker stadium II en hoger
toe van 25,5 per 100.000 voor introductie van de screening tot 33,6 na
introductie (factor 1,32).
Introductie
van de screening was dus geassocieerd met een hogere toename van de incidentie
van stadium I borstkanker bij de oudere vrouwen dan bij de jongere vrouwen;
terwijl de toename van de incidentie van borstkanker stadium II en hoger voor
beide leeftijdsgroepen gelijk was. De onderzoekers stellen dat deze uitkomsten
compatibel zijn met overdiagnose (gedefinieerd als het diagnostiseren van
borstkanker die tijdens het leven van een vrouw niet zou zijn gevonden als ze
niet gescreend was).
De
publicatie geeft geen data over het effect van invoering van de screening op de
borstkankersterfte in Noorwegen.
Referentie 1. Lousdal ML, Kristiansen IS, Møller B, Støvring
H. Trends in breast cancer stage distribution before, during and after
introduction of a screening programme in Norway. Eur J Public Health 2014; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)