CHEK2
1100delC-gerelateerde borstkanker is geassocieerd met een hoger risico van
contralaterale borstkanker, en vanaf zes jaar na de diagnose met een slechtere DFS
en OS dan niet-CHEK2 1100delC borstkanker. CHEK2-patiënten responderen niet
beter of slechter op adjuvante chemotherapie dan niet-CHEK2-patiënten. Dit
blijkt uit een Rotterdams/Leidse studie, die online gepubliceerd is in het British
Journal of Cancer.1
Dr. Caroline
Seynaeve (Erasmus MC-Daniel den Hoed) en haar collega’s genotypeerden patiënten
met erfelijke borstkanker uit drie Nederlandse cohorten: een cohort met niet-BRCA1/2
patiënten (n=1220) en twee cohorten met niet voor familiegeschiedenis
geselecteerde patiënten (N=1014 en n=2488). De onderzoekers vonden 193
draagsters van de CHEK2-mutatie. Bij deze mutatiedraagsters was de incidentie
van contralaterale borstkanker verhoogd (multivariaat HR 3,97; 95%-bti
2,59-6,07). Gedurende de eerste zes jaar na de diagnose waren de DFS en de borstkankerspecifieke
mortaliteit voor de mutatiedraagsters niet statistisch signicant verschillend
van die van de niet-mutatiedraagsters. Vanaf zes jaar na de diagnose waren de
DFS (HR 2,65; 95%-bti 1,79-3,93) en de borstkankerspecifieke mortaliteit (HR
2,05; 95%-bti 1,41-2,92) significant
slechter voor de mutatiedraagsters. Er was geen significante interactie tussen
CHEK2 en adjuvante chemotherapie.
1. Kriege M, Hollestelle A, Jager A et al. Survival
and contralateral breast cancer in CHEK2 1000delC breast cancer patients:
impact of adjuvant chemotherapy. Br J Cancer 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)