De
Nederlandse indicaties voor re-excisie na borstsparende chirurgie (BCS) voor
mammacarcinoom zijn minder stringent dan de indicaties in andere Europese en
Noord-Amerikaanse landen. De Nederlandse richtlijn (2002) beveelt re-excisie
alleen aan voor invasieve tumoren met ‘meer dan focaal positieve marges’. Dr.
Linetta Koppert (Erasmus MC) en collega’s publiceren online in het European Journal of Cancer een studie van de vijf- en tien-jaars overleving van Nederlandse patiënten na
re-excisie.1
De
onderzoekers hebben een retrospectieve analyse uitgevoerd van gegevens in een
bevolkings-gebaseerde database van 11.695 vrouwen jonger dan 75 jaar met
stadium pT1-T3 mammacarcinoom behandeld met BCS en radiotherapie tussen 1999 en
2012. Van de deelneemsters onderging 18,4% re-excisie. De mediane follow-up bedroeg
61 maanden. In de groep van deelneemsters die alleen primaire BCS hadden
ondergaan bedroeg de vijf-jaars overleving 92% en de tien-jaars overleving 81%.
In de groep met BCS gevolgd door borstsparende re-excisie was de vijf-jaars
overleving 95% en de tien-jaars overleving 82%. In de groep met BCS gevolgd
door re-excisie mastectomie bedroeg de vijf-jaars overleving 91% en de
tien-jaars overleving 82%. De verschillen in overleving zijn niet statistisch
significant.
De
onderzoekers concluderen dat de overleving na re-excisie niet significant
verschilde van die na alleen primaire BCS. De aanbeveling om re-excisie te
reserveren voor tumoren met meer dan focaal positieve resectiemarges lijkt
veilig te zijn.
1.Vos EL, Jager A, Verhoef C et al. Overall
survival in patients with a re-excision following breast conserving surgery
compared to those without in a large population-based cohort. Eur J Cancer
2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)