Resistentie
tegen chemotherapie is een van de belangrijkste problemen in het management van
ovariumcarcinoom, aldus dr. Anil Sood (MD Anderson Cancer Center, Houston) en
collega’s online in Cancer and Metastasis
Reviews.1 In hun overzichtsartikel stellen ze dat de neoplastische cellen in ovariumtumoren
heterogeen zijn als gevolg van hun opmerkelijke genetische instabiliteit. De
stromacellen zijn echter relatief homogeen. Gericht behandelen van de tumor
microenvironment is daarom een aantrekkelijke benadering.
Anti-VEGF
behandelingen zijn veelbelovend, maar hun werkzaamheid is in de praktijk vaak
niet meer dan bescheiden, waarschijnlijk vanwege redundante en complementaire
angiogene routes. Delen van PDGF-, FGF-, EGF- en andere routes kunnen
compenseren voor VEGF-blokkade, en zo resulteren in angiogenese ondanks de
anti-VEGF behandeling. Daarnaast induceert anti-angionese therapie hypoxie,
hetgeen leidt tot modificatie van signaalroutes in tumor- en stromacellen die
eveneens kan resulteren in resistentie tegen de behandeling. Combinatie van
cytotoxische en gerichte therapieën of combinatie van therapieën die gericht
zijn tegen verschillende routes kunnen in potentie de resistentie overwinnen.
De auteurs stellen dat nog veel onderzoek dient te worden uitgevoerd om de
maximale impact van gerichte behandelingen te realiseren. Er is behoefte aan de
ontdekking van nieuwe targets en aan de identificatie van patiëntengroepen die
waarschijnlijk baat hebben bij specifieke behandelingen.
1.Choi H-J, Armaiz Pena GN, Pradeep S et al.
Anti-vascular therapies in ovarian cancer: moving beyond anti-VEGF approaches.
Cancer Metastasis Rev 2014; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)