
Anti-VEGF behandelingen zijn veelbelovend, maar hun werkzaamheid is in de praktijk vaak niet meer dan bescheiden, waarschijnlijk vanwege redundante en complementaire angiogene routes. Delen van PDGF-, FGF-, EGF- en andere routes kunnen compenseren voor VEGF-blokkade, en zo resulteren in angiogenese ondanks de anti-VEGF behandeling. Daarnaast induceert anti-angionese therapie hypoxie, hetgeen leidt tot modificatie van signaalroutes in tumor- en stromacellen die eveneens kan resulteren in resistentie tegen de behandeling. Combinatie van cytotoxische en gerichte therapieën of combinatie van therapieën die gericht zijn tegen verschillende routes kunnen in potentie de resistentie overwinnen. De auteurs stellen dat nog veel onderzoek dient te worden uitgevoerd om de maximale impact van gerichte behandelingen te realiseren. Er is behoefte aan de ontdekking van nieuwe targets en aan de identificatie van patiëntengroepen die waarschijnlijk baat hebben bij specifieke behandelingen.
1.Choi H-J, Armaiz Pena GN, Pradeep S et al. Anti-vascular therapies in ovarian cancer: moving beyond anti-VEGF approaches. Cancer Metastasis Rev 2014; epub ahead of print