
Gedurende de follow-up periode van mediaan 30 jaar (285.332 persoonsjaren) werd bij 749 van de deelneemsters borstkanker vastgesteld. Van de deelneemsters had 38,1% ooit clomifeencitraat gebruikt. Het ooit gebruikt hebben van clomifeencitraat was niet geassocieerd met het borstkankerrisico (HR 1,05; 95%-betrouwbaarheidsinterval 0,90-1,22 in vergelijking met nooit-gebruiksters). Er was wel een enigszins verhoogd risico van invasieve borstkanker bij vrouwen die twaalf of meer cycli clomifeencitraat hadden gekregen (HR 1,69; 95%-bti 1,17-2,46 in vergelijking met nooit-gebruiksters). Deze risicoverhoging bleef bestaan na correctie voor oorzaken van onvruchtbaarheid en meerdere voorspellers van borstkanker.
Het gebruik van gonadotropines (9,6% van de deelneemsters, vaak in combinatie met clomifeencitraat) was niet consistent met het borstkankerrisico geassocieerd, hoewel een significante relatie werd gezien onder vrouwen die nulligravidae bleven (HR 1,98; 95%-bti 1,04-3,65).
Referentie
1. Brinton LA, Scoccia B, Moghissi KS et al. Long-term relationship of ovulation-stimulating drugs to breast cancer risk. Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2014;23:584-593