In de fase-2
CHER-LOB studie, in 121 patiënten met HER2-positief mammacarcinoom, is gezien
dat neoadjuvant lapatinib plus trastuzumab plus chemotherapie resulteerde in
een betere pCR dan chemotherapie met alleen trastuzumab of lapatinib. In
CHER-LOB is ook een biomarker-programma opgenomen om mogelijke voorspellers van
gevoeligheid voor de verschillende behandelingen te identificeren. Dr.
PierFranco Conte (Universiteit van Padua) en collega’s publiceren de uitkomsten van dit programma online in The
Oncologist.1
In tumoren
van 20% van de deelneemsters werd een PIK3CA
exon 20 of 9 mutatie gezien. Er was geen statistisch significant verschil in
pCR-percentage tussen PIK3CA-wildtype
en PIK3CA-gemuteerde patiënten (33,3%
versus 22,7%; p=0,323). Onder patiënten die trastuzumab plus lapatinib kregen
was de waarschijnlijkheid van pCR hoger in patiënten met PIK3CA-wildtype tumoren dan in patiënten met PIK3CA-gemuteerde tumoren (48,4% versus 12,5%; p=0,06). Ki67, pAKT,
en apoptose gemeten in residuele ziekte namen tijdens de behandeling
significant af. De mate van Ki67-remming was significant hoger in de patiënten
die duale anti-HER2 blokkade kregen. De onderzoekers identificeerden een 50-gen
signatuur dat de lapatinib-geïnduceeerde pCR voorspelde.
De
onderzoekers concluderen dat PIK3CA-mutaties
patiënten identificeren met minder kans op profijt van lapatinib plus
trastuzumab. In deze studie is geen bevestiging gezien van p95-HER2 en markers
van ontregeling van de fosfoinositide 3-kinase route als markers van differentiële
gevoeligheid voor trastuzumab of lapatinib.
1.Guarneri V, Dieci MV, Frassoldati A et al.
Prospective biomarker analysis of the randomized CHER-LOB study evaluating the
dual anti-HER2 treatment with trastuzumab and lapatinib plus chemotherapy as
neoadjuvant therapy for HER2-positive breast cancer. The Oncologist 2015; epub
ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)