Verbeteringen
in de screening en de adjuvante behandeling voor borstkanker zijn geassocieerd
met vermindering van recidief. Dit kan betekenen dat een toenemend percentage van
de patiënten zich presenteert met eerstelijns de novo in plaats van reciderende gemetastaseerde borstkanker. Dit
schrijven Denise Yardley (Sarah Cannon Research Institute, Nashville TN) en
collega’s online in Breast Cancer Research and Treatment.1 In het artikel beschrijven ze de
registHER- studie, waarin ze patiënten met
de novo versus recidiverende HER2-positieve MBC vergelijken. Tusssen
december 2003 en februari 2006 werden in deze observationele studie 327
patiënten met de novo MBC gerecruteerd en 674 patënten met MBC die eerder waren
behandeld voor vroege ziekte.
De
onderzoekers zagen dat de patiënten met de
novo HER2-positieve MBC minder vaak longmetastasen hadden, maar vaker
lymfeklier-, bot- en/of levermetastasen. Ze kregen vaker gecombineerde chemo-
en endocriene therapie. Bij een mediane follow-up van 29 maanden was de mediane
PFS 12,1 maanden en de mediane OS 41,7 maanden bij de de novo patiënten; tegen 9,3 maanden respectievelijk 32,8 maanden
bij de recidiverende patiënten. Deze verschillen zijn statistisch significant.
Hoewel de novo patiënten zich over
het algemeen presenteren met meer gevorderde ziekte en hogere tumorlast hebben
ze toch gunstiger klinische uitkomsten dan de recidiverende patiënten, aldus de
onderzoekers.
1. Yarley DA, Kaufman PA, Brufsky A et al.
Treatment patterns and clinical outcomes for patients with de novo versus
recurrent HER2-positive metastatic breast cancer. Breast Cancer Res Treat 2014;
epub ahead f print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)