
De onderzoekers bepaalden niveaus van 800 microRNAs in het plasma van 44 patiënten die chirurgie ondergingen voor het verwijderen van IPMNs en in het plasma van 24 gezonde controlepersonen. Ze identificeerden een signatuur van 30 microRNAs dat IPMN-patiënten onderscheidde van de gezonde controles, met een AUC van 0,744 (p=0,002). Dit signatuur omvatte ‘nieuwe’ microRNAs en microRNAs die al eerder geïmpliceerd waren in de carcinogenese in de pancreas; deze laatste microRNAs hadden in patiënten een twee- tot viermaal hogere expressie dan in de controlepersonen. De onderzoekers identificeerden ook een signatuur van vijf microRNAs dat 21 patiënten met maligne IPMNs (hooggradige dysplasie en invasief carcinoom) onderscheidde van 21 patiënten met benigne IPMNs (low- en moderate-grade dysplasie) met een AUC van 0,732 (p=0,005).
De onderzoekers concluderen dat de studie suggereert dat gebruik van een kosten-effectieve technologie preoperatieve identificatie mogelijk maakt van patiënten met maligne IPMNs, en overbehandeling van patiënten met benigne IPMNs kan voorkomen.
1.Permuth-Wey J, Chen D-T, Fulp WJ et al. Plasma microRNAs as novel biomarkers for patients with intraductal papillary mucinous neoplasms of the pancreas. Cancer Prev Res 2015;8:826-834