Er zijn
weinig gegevens over een mogelijk verband tussen postmenopauzaal gebruik van
hormoontherapie en het risico van primair oviductcarcinoom (PFTC). Dr. Virpi
Koskela-Niska (Universiteit van Helsinki) en collega’s hebben dit verband
onderzocht in een Finland-brede patiëntcontrolestudie. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.1
Er waren
tussen 1995 en 2007 in Finland 360 vrouwen ouder dan 50 jaar met PFTC. Voor
elke PFTC-patiënt selecteerden de onderzoekers in het Finse bevolkingsregister
tien voor leeftijd en woonplaats gematchte controlevrouwen. Controles die salpingectomie
hadden ondergaan voor de PFTC-diagnose van de betrokken patiënt werden
geëxcludeerd.
Gebruik
gedurende vijf jaar of langer van oestradiol gecombineerd met levonorgestrel-IUD
(OR 2,84; 95%-bti 1,07-7,38) en gebruik sequentiële oestradiol-progesteron
therapie (OR 3,37; 95%-bti 2,23-5,08) waren geassocieerd met een verhoogd
PFTC-risico. Het gebruik van estradiol-only
therapy of van continue oestradiol-progesteron therapie was niet
geassocieerd met het risico. De OR voor het gebruik van tibolon gedurende een
jaar of langer was 1,56 (95%-bti 0,55-4,41).
De
onderzoekers concluderen dat het gebruik van HT geassocieerd is met het
PFTC-risico, vooral als een progesteroncomponent intrauterien is of als
systemisch progesteron sequentieel wordt gegeven.
1.Koskela-Nisak V, Pukkala E, Lyytinen H et al.
Postmenopausal hormone therapy – also use of estradiol plus
levonorgestrel-intrauterine system is associated with an increased risk of
primary fallopian tube carcinoma. Int J Cancer 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)