Klinische
uitkomsten na primair transplantaatfalen (PGF) zijn slecht. Dr. Richard Olsson
(Karolinska Instituut, Stockholm) en collega’s hebben een grote (n=23.272) retrospectieve
analyse uitgevoerd van het voorkomen van PGF na eerste myeloablatieve allogene
hematopoïetische celtransplantatie voor hematologische maligniteiten. De
uitkomsten van de analyse worden vandaag online gepubliceerd in Leukemia.1
PGF werd
gezien in 1278 patiënten (5,5%). Er was een groot verschil in PGFs voor
perifeer-bloed stamcellen (2,5%) versus beenmergtransplantaten (7,3%;
p<0,001). PGF werd viermaal vaker gezien in myeloproliferatieve aandoeningen
dan in acute leukemie (p<0,001). Andere risicofactoren voor PGF waren
leeftijd van de ontvanger lager dan dertig jaar, HLA-mismatch, mannelijke
ontvangers van grafts van vrouwelijke donoren, ABO-incompatibiliteit,
busulfan/cyclofosfamide conditionering, en cryopreservatie. In
beenmergtransplantaties was een totaal-dosis nucleated cellen lager dan 2,4 x
108/kg geassocieerd met PGF (OR 1,39; p<0,001). Gebruik van
tacrolimus-gebaseerde immuunsuppressie en GCSF was geassocieerd met verlaagd
PGF-risico.
De
onderzoekers stellen dat deze gegeven behandelaars in staat stellen meer
rationele keuzes te maken om het PGF-risico te verlagen.
1.Olsson RF, Logan BR, Chaudhury S et al. Primary
graft failure after myeloablative allogeneic hematopoietic cell transplantation
for hematologic malignancies. Leukemia 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)