De
traditionele risicostratificatie van patiënten met pediatrisch rhabdomyosarcoom
(RMS) is gebaseerd op een complex algoritme van histologie (embryonaal versus
alveolair), locatie van de primaire tumor, nodale en distante metastasen, en
mate van resectie van de primaire tumor bij de diagnose. De meeste patiënten
met alveolair RMS zijn positief voor PAX-FOXO1-genfusies, die geassocieerd zijn
met een ongunstige prognose. Voor patiënten met fusiegen-negatieve (FN) RMS zijn
er geen klinisch toegepaste moleculaire prognostische factoren, zodat al deze
patiënten op gelijke wijze behandeld worden.
Onlangs is
een vijf-gen expressiesignatuur (‘MG5’) geïdentificeerd dat twee risicogroepen
onderscheidde binnen de groep patiënten met FN-RMS. Dr. Pooja Hingorani
(Phoenix Children’s Hospital, AZ) en haar collega’s van de Children’s Oncology
Group hebben in een validatiestudie onderzocht of de expressie van MG5
gecorreleerd is met de uitkomsten in een onafhankelijk cohort van FN-RMS
patiënten. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Clinical Cancer Research.1
Deelnemers waren 57 kinderen met intermediair-risico RMS. De expressie van MG5
was significant gecorreleerd met overall en
met failure-free survival. Voor hoge
versus lage MG5-expressie was de HR voor OS 7,3 (p=0,003) en voor FFS 6,1
(p=0,002).
De
onderzoekers concluderen dat de uitkomsten van de studie bij kunnen dragen aan
betere risicostratificatie en meer geïndividualiseerde behandeling van kinderen
met FN-RMS.
1.Hingorani P, Missiaglia E, Shipley J et al.
Clinical application of prognostic gene expression signature in fusion
gene-negative rhabdomyosarcoma: A report for the Children’s Oncology Group.
Clin Cancer Res 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)