
In 223 mannen werden BM gezien bij de initiële diagnose (groep A) en in 295 mannen bij relapse (groep B). De drie-jaars overall survival was superieur voor groep A (48%) versus groep B (27%; p<0,001). Aanwezigheid van meer dan één BM en aanwezigheid van lever- of botmetastasen waren onafhankelijke ongunstige prognostische factoren in beide groepen. In groep A was primair mediastinaal nonseminoom een additionele ongunstige prognostische factor, en in groep B waren verhoging van α-fetoprotein met 100 ng/ml of meer en verhoging van HCG met 5000 U/l of meer additionele ongunstige prognostische factoren. Afhankelijk van deze factoren liep de drie-jaars OS uiteen van 0% tot 70% in groep A en van 6% tot 52% in groep B.
In groep A kreeg 99% van de patiënten chemotherapie. In multivariate analyse waren multimodale behandeling en hoge-dosering chemotherapie niet geassocieerd met statistisch significant verbeterde overleving. In groep B kreeg 54% van de patiënten chemotherapie. Multimodale behandeling was geassocieerd met betere overleving vergeleken met enkele-modaliteitsbehandeling (HR 0,51; p<0,001); evenals hoge-dosering chemotherapie vergeleken met conventionele-dosering chemotherapie (HR 0,41; p=0,001).
De onderzoekers concluderen dat mannen met BM van GCT een slechte OS hebben, in het bijzonder als additionele risicofactoren aanwezig zijn. Hoge-dosering chemotherapie en multimodale behandeling verbeteren de overleving in mannen met BM bij relapse.
1.Feldman DR, Lorch A, Kramar A et al. Brain metastases in patients with germ cell tumors: prognostic factors and treatment options. An analysis from the Global Germ Cell Cancer Group. J Clin Oncol 2015; epub ahead of print