Er zijn
aanwijzingen voor een relatief gunstige prognose van epileptogene
glioblastomen, mogelijk vanwege vroege diagnose of vanwege potentiële
antitumor-effecten van anti-epileptische geneesmiddelen. Prof. Pierre Robe
(UMCU) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van de relatie tussen
overleving en epilepsie bij presentatie, vroege diagnose, en anti-epileptische
therapie in glioblastoompatiënten. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Neuro-Oncology.1
Deelnemers
aan de studie waren 647 achtereenvolgende patiënten met een diagnose de novo glioblastoom tussen 2005 en
2013. Uit de analyses blijkt dat epilepsie bij presentatie positief gecorreleerd
was met overleving (HR 0,75; p<0,01). Het effect was onafhankelijk van
leeftijd, geslacht, performance status, type chirurgie, adjuvante therapie,
tumorlokatie en tumorvolume, hetgeen suggereert dat de positieve correlatie
niet uitsluitend kan worden toegeschreven aan vroege diagnose. Onder patiënten
met epilepsie bij presentatie was gebruik van het anti-epilecticum
valproïnezuur niet geassocieerd met de overleving.
De
onderzoekers concluderen dat epilepsie bij presentatie een onafhankelijke
prognostische factor is voor langere overleving in patiënten met glioblastoom.
Het effect wordt niet uitsluitend verklaard door vroege diagnose, en de
overleving is niet geassocieerd met VPA-behandeling.
1.Berendsen S, Varkila M, Kroonen J et al.
Prognostic relevance of epilepsy at presentation in glioblastoma patients.
Neuro-Oncology 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)