Prof. Giuseppe Curigliano (Istituto Europeo di Oncologia, Milaan) en collega’s publiceren online in Annals of Oncology een studie van de prognostische rol van HER2-overexpressie in patiënten met ductal carcinoma in situ.¹ De analyses zijn gebaseerd op gegevens van 1667 DCIS-patiënten die tussen 1996 en 2008 bij het Milanese instituut waren geopereerd. Van deze patiënten werden er 560 geïdentificeerd als HER2-positief.


Tijdens mediaan 7,6 jaar follow-up werden 141 gevallen gezien van in-situ recidief (isBCR), 201 gevallen van invasief recidief, en 80 andere gebeurtenissen (64 tweede primaire carcinomen en 16 sterfgevallen). De tien-jaars isBCR-percentages waren 11,8% (95%-bti 9,0%-15,4%) in de HER2-positieve groep versus 8,8% (95%-bti 6,9%-11,0%) in de HER2-negatieve groep (p=0,010). In multivariate analyse was het risico van isBCR hoger in de HER2-positieve groep dan in de HER2-negatieve groep (HR 1,59; 95%-bti 1,06-2,39). Er waren ook significante verschillen in zowel alle BCR als isBCR tussen HER2-positieve en HER2-negatieve patiënten voor patiënten behandeld met kwadrantectomie zonder radiotherapie (HR 1,53; 95%-bti 1,07-2,18) en voor patiënten behandeld met kwadrantectomie met radiotherapie (HR 2,18; 95%-bti 2,18-3,69).

De onderzoekers concluderen dat HER2-overexpressie een verhoogd risico van isBCR voorspelt. Radiotherapie verlaagt het risico van lokaal falen in HER2-positief DCIS.

1.Curigliano G, Disalvatore D, Esposito A et al. Risk of subsequent in situ and invasive breast cancer in human epidermal growth factor receptor 2-positive ductal carcinoma in situ. Ann Oncol 2015; epub ahead of print