
De onderzoekers hebben de LCS-6 status bepaald in tumorweefsel van 155 deelnemers aan EXPERT-C, een gerandomiseerde fase 2-studie van neoadjuvant CAPOX gevolgd door chemoradiotherapie, chirurgie en adjuvant CAPOX met of zonder cetuximab. Van de patiënten hadden er 123 het LCS-6 TT-genotype en 32 het LCS-6 TG-genotype. Dragers van het G-allel hadden statistisch significant vaker complete respons na neoadjuvante chemotherapie (28,1% versus 10,6%; p=0,020) en een trend van een betere vijf-jaars progressievrije overleving (77,4% versus 64,5%; HR 0,56; p= 0,152) en betere vijf-jaars overall survival (80,3% versus 71,9%; HR 0,59; p=0,234). Zowel complete respons als overlevingsuitkomsten waren onafhankelijk van gebruik van cetuximab.
De onderzoekers concluderen dat rs61764370 een biomarker kan zijn van respons op neoadjuvante chemotherapie en een indicator van gunstige uitkomst in lokaal gevorderd rectumcarcinoom, en mogelijk een verzwakkend effect heeft op de ongunstige prognose van de KRAS-mutatie.
1.Sclafani F, Chau I, Cunningham D et al. Prognostic role of the LCS6 KRAS variant in locally advanced rectal cancer: results of the EXPERT-C trial. Ann Oncol 2015; epub ahead of print