In ongeveer vijftien
procent van kinderen met B-cel precursor (BCP)-ALL worden deleties in IKZF1 gezien. Er is sterk bewijs voor de
slechte prognose van patiënten met IKZF1-deleties
in exons 4-7 en exons 1-8, maar er zijn geen gegevens over de prognose van de
overige 33% van de patiënten met andere varianten van IKZF1-deleties. Dr. Judith Boer (Erasmus MC) en collega’s hebben een
multinationale studie uitgevoerd van de prognostische waarde van deze zeldzame
varianten. Ze publiceren de uitkomsten van de studie vandaag online in Leukemia.1
De studie
had een case-control opzet. Voor elk van de 134 patiënten met een van de zeldzame
IKZF1-deleties werden die IKZF1-wildtype controles gekozen die
waren gematcht voor cytogenetisch subtype, behandeling,
risicostratificatie-arm, leukocytengetal en leeftijd. Uit de analyse blijkt dat
in elke risicostratificatie-arm een zeldzame IKZF1-deletie geassocieerd is met slechte prognose (p<0,001). De
varianten met de meest ongunstige prognose waren DEL 2-7 (p=0,03), DEL 2-8
(p=0,002), en DEL-Other (p<0,001). De prognose in elk type zeldzame variant
was gelijk aan of slechter dan de bekende DEL 4-7 en DEL 1-8 IKZF1-deletievarianten.
De
onderzoekers concluderen dat alle varianten van zeldzame IKZF1-deleties geassocieerd zijn met ongunstige prognose in
pediatrisch BCP-ALL.
1.Boer JM, van der Veer A, Rizopoulos D et al.
Prognostic value of rare IKZF1 deletion in childhood b-cell precursor acute
lymphoblastic leukemia: an international collaborative study. Leukemia 2015;
epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)