Er is
beperkte evidentie voor een associatie tussen aspirinegebruik en verlaagde
prostaatkanker-specifieke mortaliteit (PCSM) onder mannen met niet-metastatische
prostaatkanker. Dr. Eric Jacobs (American Cancer Society, Atlanta) en collega’s
publiceren online in het Journal of
Clinical Oncology de uitkomsten van een prospectieve studie van de associatie tussen dagelijks aspirinegebruik en PCSM
in een groot cohort.1 De analyse heeft betrekking op mannen die in
1992 of 1993 zijn geïncludeerd in het Cancer
Prevention Study-II Nutrition Cohort, en bij wie tussen inclusie en juni
2009 niet-metastatische prostaatkanker is gediagnostiseerd. Gebruik van
aspirine is gerapporteerd bij inclusie, in 1997, en daarna iedere twee jaar.
Gedurende de
follow-up tot eind 2010 overleden 441 deelnemers aan prostaatkanker onder de 8427
prostaatkankerpatiënten met informatie over pre-diagose aspirinegebruik, en 301
deelnemers onder de 7118 prostaatkankerpatiënten met informatie over
post-diagnose aspirinegebruik. Vergeleken met geen aspirinegebruik was noch pre-diagnose
noch post-diagnose dagelijks aspirinegebruik statistisch significant geassocieerd
met PCSM. Echter, onder de mannen met hoog-risico ziekte (T3 of hoger en/of
Gleason Score 8 of hoger) was post-diagnose dagelijks aspirinegebruik geassocieerd
met lagere PCSM (HR 0,60; 95%-bti
0,37-0,97). Er was geen duidelijk effect van de gebruikte dosering: lage
dosering (81 mg/d) versus geen aspirinegebruik HR 0,50; hogere dosering versus
geen gebruik HR 0,73.
De
onderzoekers concluderen dat enige toekomstige gerandomiseerde studie op dit
terrein beperkt kan blijven tot hoog-risico patiënten; en kan volstaan met lage
dosering aspirine.
1.Jacobs EJ, Newton CC, Stevens VL et al. Daily
aspirin use and prostate cancer-specific mortality in a large cohort of men
with nonmetastatic prostate cancer.
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)