Jiaqi Huang (Karolinska
Instituut, Stockholm) en collega’s hebben een prospectieve studie uitgevoerd
van de associatie tussen slechte mondhygiëne en het risico van
pancreascarcinoom. De onderzoekers gebruikten aantal gebitselementen,
tandplaque en laesies in de orale mucosa bij inclusie als proxy voor
mondhygiëne. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in het International Journal of Cancer.1
In 1973-1974
is in de provincie Uppsala een bevolkingsgebaseerde studie van de prevalentie
van slechte mondhygiëne uitgevoerd. De onderzoekers volgden de 19.924 deelnemers
gedurende gemiddeld 28,7 jaar. Tijdens de follow-up werd pancreascarcinoom
vastgesteld in 126 deelnemers. Er was een inverse associatie tussen het aantal
gebitselementen bij inclusie en het risico van pancreascarcinoom, hoewel deze
associatie niet statistisch significant was. Onder deelnemers met minder dan
tien gebitselementen bij inclusie hadden deelnemers met veel tandplaque
vergeleken met deelnemers zonder tandplaque een meer dan verdubbeld risico van
pancreascarcinoom (HR 2,1; 95%-bti 1,0-4,7). Het risico van pancreascarcinoom
was met 70% verhoogd onder deelnemers met Candida-gerelateerde
mucosalaesies, met 30% onder deelnemers met kunstgebit-gerelateerde
mucosalaesies, en met 80% onder deelnemers met tonglaesies (vergeleken met
deelnemers zonder een van deze laesies). Aanwezigheid van meer dan één van deze
laesies was geassocieerd met verdere verhoging van het risico van
pancreascarcinoom.
De
onderzoekers concluderen dat de uitkomsten de hypothese steunen dat slechte
mondhygiëne een rol speelt in de ontwikkeling van pancreascarcinoom.
1.Huang J, Roosaar A, Axéll T, Ye W. A prospective
cohort study on poor oral hygiene and pancreatic cancer risk. Int J Cancer
2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)