
Bij inclusie in de studie en tijdens de follow-up werd de QoL bepaald met de EORTC QLQ-C30 vragenlijst. De onderzoekers zagen tussen aanvang en follow-up in de dacarbazine-arm verslechtering in bijna alle functionele dimensies van de vragenlijst. In de dabrafenib-arm bleven de functionele dimensies stabiel of vertoonden een verbetering tussen aanvang en week 6. In de dacarbazine-arm bleven de klachten stabiel of ze verslechterden, met name voor vermoeidheid, misselijkheid en braken. In de dabrafenib-arm verminderden de klachten, met name voor gebrek aan eetlust, slapeloosheid, misselijkheid, braken en pijn. Bij patiënten die na progressie van de ziekte over gingen van dacarbazine op dabrafenib (n=35) werden verbeteringen in alle QoL-dimensies waargenomen. Grob en collega’s concluderen dat de ‘PFS superiority of dabrafenib over DTIC is not only a theoretical advantage but transforms in a rapid functional and symptomatical benefit for the patient.’
1.Hauschild A, Grob JJ, Demidov LV et al. Dabrafenib in BRAF-mutated metastatic melanoma: a multicentre, open-label, phase 3 randomised controlled trial. Lancet 2012;380:358-365
2.Grob JJ, Amonkar MM, Martin-Algarra S et al. Patient perception of the benefit of a BRAF-inhibitor in metastatic melanoma: quality of life analyses of the BREAK-3 study comparing dabrafenib with DTIC. Ann Oncol 2014;epub ahead of print