
De RLC voor aanvang van de behandeling was positief geassocieerd met de overleving, en was een onafhankelijke prognostische factor (p<0,0001). Bij patiënten met een RLC hoger dan 13% (n=159; 100 in de catumaxomab-groep, 59 in de controlegroep) was catumaxomab-behandeling geassocieerd met een gunstig effect op de overleving (p=0,0072) met een mediane/gemiddelde overlevingswinst van 41/131 dagen, en een toegenomen zesmaands-overleving van 37,0% versus 5,2%. Bij de patiënten met een RLC van 13% of lager (n=74; 50 in de catumaxomab-groep, 24 in de controlegroep) was er geen statistisch significant verschil in overleving tussen beide groepen (p=0,2561). De onderzoekers concluderen dat een RLC hoger dan 13% een prognostische biomarker is voor overleving na catumaxomab-behandeling bij maligne ascites.
1. Heiss MM, Strohlein MA, Bokemeyer C et al. The role of relative lymphcyte count as a biomarker for the effect of catumaxomab on survival in malignant ascites patients: results from a phase II/III study. Clin Cancer Res 2014;epub ahead of print