Catumaxomab
is een monoklonaal antilichaam dat is de Europese Unie is toegelaten voor de
intraperitoneale behandeling van maligne ascites bij patiënten met
EpCAM-positieve carcinomen. Prof. Markus M. Heiss (universiteit van
Witten/Herdecke, Keulen) en collega’s publiceren vandaag online in Clinical Cancer Research resultaten
van een post-hoc analyse van een fase 2/3-studie naar de werkzaamheid van
catumaxomab.1 De post-hoc analyse heeft betrekking op de rol van relative lymphocyte count (RLC) als
biomarker voor de werkzaamheid van catumaxomab en voor de overleving. In de
studie waren 157 patiënten behandeld met paracentese plus tenminste één
dosering catumaxomab, en 88 patiënten met alleen paracentese. De zesmaands-overleving
onder de catumaxomab-behandelde patiënten bedroeg 28,9%; de
zesmaands-overleving onder de patiënten die alleen paracentese hadden ondergaan
bedroeg 6,7% (p=0,0219).
De RLC voor
aanvang van de behandeling was positief geassocieerd met de overleving, en was
een onafhankelijke prognostische factor (p<0,0001). Bij patiënten met een
RLC hoger dan 13% (n=159; 100 in de catumaxomab-groep, 59 in de controlegroep)
was catumaxomab-behandeling geassocieerd met een gunstig effect op de
overleving (p=0,0072) met een mediane/gemiddelde overlevingswinst van 41/131
dagen, en een toegenomen zesmaands-overleving van 37,0% versus 5,2%. Bij de
patiënten met een RLC van 13% of lager (n=74; 50 in de catumaxomab-groep, 24 in
de controlegroep) was er geen statistisch significant verschil in overleving
tussen beide groepen (p=0,2561). De onderzoekers concluderen dat een RLC hoger
dan 13% een prognostische biomarker is voor overleving na
catumaxomab-behandeling bij maligne ascites.
1. Heiss MM, Strohlein MA, Bokemeyer C et al. The
role of relative lymphcyte count as a biomarker for the effect of catumaxomab
on survival in malignant ascites patients: results from a phase II/III study.
Clin Cancer Res 2014;epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)