Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Radiotherapie versus observatie na borstsparende chirurgie voor laag-risico DCIS

(0)2015-01-21 12:20   ( Nieuws )

Tags

DCIS  

Dr. Beryl McCormickIn de prospectieve RTOG 9804 studie zijn laag-risico DCIS-patiënten na borstsparende chirurgie gerandomiseerd naar radiotherapie of observatie. Dr. Beryl McCormick (Memorial Sloan-Kettering Cancer Center, New York) en collega’s publiceren de uitkomsten van de studie studie online in het Journal of Clinical Oncology.1 De studie had 636 deelneemsters in de Verenigde Staten en Canada. De patiënten hadden mammografisch vastgesteld laag- of intermediair-graad DCIS minder dan 2,5 cm met marges tenminste 3 mm. Van de patiënten gebruikte 62% tamoxifen.

Het eindpunt van de studie was ipsilateraal lokaal falen (LF). Tijdens mediaan 7,17 jaar follow-up (range 0,01 tot 11,33 jaar) kwamen in de radiotherapie-arm twee en in de observatie-arm negentien gevallen van LF voor. Na zeven jaar was het LF-percentage 0,9% in de radiotherapie-arm versus 6,7% in de observatie-arm (HR 0,11; p<0,001). Graad 1 of 2 bijwerkingen kwamen voor in 30% in de observatie-arm versus 70% in de radiotherapie-arm. Graad 3 of 4 bijwerkingen kwamen voor in 4,0% respectievelijk 4,2%. Late radiotherapie-toxiciteit was graad 1 in 30%, graad 2 in 4,6% en graad 3 in 0,7%.

De onderzoekers concluderen dat in deze goed-risico subset van DCIS-patiënten het risico van LF laag was in de observatie-arm, maar significant lager was in de radiotherapie-arm. De deelneemsters blijven gevolgd worden.

1.McCormick B, Winter K, Hudis C et al. RTOG 9804: a prospective randomized trial for good-risk ductal carcinoma in situ comparing radiotherapy with observation. J Clin Oncol 2015; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren