Onder
mammacarcinoompatiënten die distante metastasen ontwikkelen bestaat er
aanzienlijke variabiliteit in het klinisch verloop, inclusief het
metastasepatroon. Dr. Marc van de Vijver (AMC) en collega’s hebben een
retrospectieve analyse uitgevoerd van 263 mammacarcinoompatiënten met distante
metastasen, met focus op de associatie tussen subtype mammacarcinoom en het
klinisch verloop, waaronder orgaanspecifieke metastasering. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.1
De mediane
tijd voor de ontwikkeling van distante metastasen was 30 maanden (range 0 tot
15,3 jaar); 75,8% van de metastasen werd gezien binnen vijf jaar na behandeling
van de primaire tumor. De mediane overall survival was 27 maanden in
patiënten met ER-/HER2- tumoren, 52 maanden in patiënten met HER2+ tumoren, 76
maanden in patiënten met ER+/HER2-/Ki67-hoog tumoren, en 79 maanden in
patiënten met ER+/HER2-/Ki67-laag tumoren. Botmetastasen werden gezien in 70,6%
van de patiënten, levermetastasen in 54,4%, en longmetastasen in 31,4%.
Viscerale metastasen werden gevonden in 76,8%.
Van de patiënten
met ER-/HER2- tumoren ontwikkelde 81% viscerale metastasenen 55,2%
botmetastasen. Van de patiënten met HER2+ tumoren ontwikkelde 77,4% viscerale
metastasen en 69,8% botmetastasen. Van de patiënten met ER+/HER2-/Ki67hoog
tumoren ontwikkelde 75,7% viscerale metastasen en 87,8% botmetastasen, en van
de patiënten met ER+/HER2-/Ki67laag tumoren ontwikkelde 76,9% viscerale
metastasen en 73,1% botmetastasen.
De
onderzoekers concluderen dat in mammacarcinoom subtypes geassocieerd zijn met
overleving en patroon van distante metastasen.
1.Savci-Heijink D, Halfweg H, Hooijer GKJ et al.
Retrospective analysis of metastatic behaviour of breast cancer subtypes.
Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)