Er zijn
aanwijzingen voor een toegenomen kankerrisico en sterfte na intermitterende
claudicatie, maar deze relatie wordt niet goed begrepen. Dit schrijven dr.
Tracy Onega (Dartmouth University, Lebanon NH) en collega’s uit de VS en
Denemarken online in Cancer Epidemiology,
Biomarkers & Prevention.1 In de publicatie presenteren ze
uitkomsten van een cohortstudie van het verband tussen intermitterende claudicatie en
het kankerrisico in de Deense Nationale Registratie van Patiënten.
In de
periode van 1980 tot 2011 vonden de onderzoekers 53.762 patiënten (vrij van
kanker) die in een ziekenhuis werden opgenomen voor intermitterende
claudicatie. Tijdens mediane follow-up van 5,0 jaar (269.430 persoonsjaren)
werd bij 6270 patiënten in dit cohort kanker gediagnostiseerd; op basis van de
incidentie in de algemene bevolking werden 4306 gevallen van incidente kanker
verwacht (SIR 1,46; 95%-bti 1,42-1,49). Ook na exclusie van patiënten met
eerdere diagnose van cerebrovasculaire ziekte, myocardinfarct of diabetes was
het kankerrisico verhoogd; met name het risico van tabaksgebruik-gerelateerde
kankertypen. Verhoging van het kankerrisico bleef waarneembaar gedurende tien
jaar follow-up. In patiënten met kanker was er geen effect op de overleving als
de diagnose intermitterende claudicatie minder dan drie maanden voor de
kankerdiagnose gesteld was; bij een langer interval tussen beide diagnoses was
intermitterende claudicatie geassocieerd met matig slechtere overleving
(mortality rate ratio 1,19; 95%-bti 1,14-1,25).
De
onderzoekers concluderen dat het kankerrisico na intermitterende claudicatie
verhoogd is.
1.Onega T, Baron JA, Johnsen SP et al. Cancer risk
and subsequent survival after hospitalization for intermittent claudication.
Cancer Epidemiol Biomarkers Prev 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)