De onderzoekers identificeerden 10.656 mannen die tussen 2006 en 2012 anti-androgenen (AA) kregen, 26.959 mannen die werden behandeld met GnRH-agonisten, en 3747 mannen die orchiëctomie ondergingen. Het CVD-risico was verhoogd, ten opzichte van de mannen zonder PCa, in patiënten op GnRH-agonisten (HR 1,21; 95%-bti 1,18-1,25) en in patiënten na orchiectomie (HR 1,16; 95%-bti 1,08-1,25). Het CVD-risico was verlaagd in mannen die AA kregen (HR 0,87; 95%-bti 0,82-0,91). Het CVD-risico was het hoogst gedurende de eerste zes maanden androgeendeprivatietherapie in mannen die voor aanvang van de therapie twee of meer cardiovasulaire gebeurtenissen hadden doorgemaakt.
De onderzoekers concluderen dat er een solide indicatie voor androgeendeprivatietherapie in PCa dient te zijn, zodat het profijt opweegt tegen potentiële schade. Dit is in het bijzonder van belang onder mannen met een recente geschiedenis van CVD.
1.O’Farrell S, Garmo H, Holmberg L et al. Risk and timing of cardiovascular disease after androgen-deprivation therapy in men with prostate cancer. J Clin Oncol 2015; epub ahead of print