Logo Jan Blom
Login

Oncologisch onderzoek.nl

Risico van alopecie bij moleculair-gerichte therapieën

(0)2015-09-20 12:01   ( Nieuws )

Dr. Mario LacoutureDe introductie van molecularly targeted anticancer therapies gaat gepaard met nieuwe uitdagingen, waaronder dermatologische bijwerkingen. Een veel-gerapporteerde bijwerking is alopecie, maar de werkelijke incidentie van deze bijwerking is niet duidelijk. Dr. Mario Lacouture (Memorial Sloan Kettering Cancer Center, New York) en collega’s hebben een literatuurstudie uitgevoerd van de incidentie van alopecie in patiënten die werden behandeld met geregistreerde remmers van oncogene routes en moleculen (ALK, Bcr-abl, BRAF, BTK, CTLA-4, EGFR, HER2, JAK, MEL, mTOR, SMO, VEGF, VEGFR, PDGR, proteasomen, CD20, CD30, CD52). De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in Annals of Oncology.1


De onderzoekers berekenen een overall incidentie van alle graden alopecie van 14,7% (95%-bti 12,6-17,2%). De laagste incidentie werd gezien met bortezomib (2,2%; 95%-bti 0,4- 10,9%), en de hoogste met vismodegib (56,9%; 95%-bti 50,5-63,1%). Het relatief risico van alle graden alopecie is verhoogd voor moleculair-gerichte middelen vergeleken met placebo (RR 7,9; p<0,01) maar verlaagd voor moleculair gerichte middelen vergeleken met chemotherapie (RR 0,32; p<0,01).

De onderzoekers concluderen dat targeted therapies geassocieerd zijn met een verhoogd risico van alopecie.

1.Belum VR, Marulanda K, Ensslin C et al. Alopecia in patients treated with molecularly targeted anticancer therapies. Ann Oncol 2015; epub ahead of print

Commentaren


Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie.  (Login)

Nog geen commentaren