Dr. David
Morrison (University of Glasgow) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van
het risico van kritieke ziekte in patiënten met solide maligniteiten. De
onderzoekers definiëren ‘kritieke ziekte’ als opname op een afdeling intensieve zorg (ICU)
binnen twee jaar na de kankerdiagnose. De uitkomsten van de studie zijn online gepubliceerd in JAMA Oncology.1 In de retrospectieve studie zijn
West-Schotse kankerregistraties van 2000 tot 2009 gelinkt met ICU-opnamedata
van 2000 tot 2011 (zestien UCIs; totale bevolking van de regio 2,4 miljoen).
In de
studieperiode werd niet-hematologische maligniteit gediagnostiseerd in 118.541 patiënten
(zestien jaar en ouder). Van deze patiënten werden er 6116 (5,2%; 95%-bti
5,0-5,3%) binnen twee jaar na de diagnose opgenomen op een ICU. Het risico van
kritieke ziekte was het hoogst in patiënten in de leeftjjd van 60 tot 69 jaar,
en hoger in mannen dan in vrouwen. De cumulatieve incidentie van kritieke
ziekte was het hoogst onder patiënten met dunne-darmcarcinoom (17,2%) en colorectaalcarcinoom
(16,5%). De incidentie onder patiënten met mammacarcinoom was laag (0,8%).
Van de
patiënten overleed 14,1% in de ICU en 24,6% tijdens het verblijf in het
ziekenhuis. De mortaliteit was het hoogst bij spoedeisende-hulpopnames en het
laagst bij electieve chirurgie. Het risico van kritieke ziekte varieerde niet
met socio-economische omstandigheden, maar de mortaliteit was wel hoger onder
patiënten uit gedepriveerde gebieden.
De
onderzoekers concluderen dat ongeveer een op de twintig patiënten met solide
maligniteiten binnen twee jaar na de diagnose op een ICU wordt opgenomen. De
met deze opname samenhangende hoge mortaliteit kan een belangrijke bijdrage
leveren aan de algemene uitkomst na de diagnose.
1.Puxty K, McLoone P, Quasim T et al. Risk of
critical illness among patients with solid cancers. A population-based observational
study. JAMA Oncol 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)