Ontwikkelingen in de behandeling van Hodgkin lymfoom hebben geleid tot een betere prognose maar ook tot toename van late effecten, waaronder premature menopauze. Prof. Anthony Swerdlow (Institute of Cancer Research, Sutton) en coauteurs publiceren vandaag online in het Journal of the National Cancer Institute een inventarisatie van effecten van verschillende behandelingen voor HL op het risico van premature menopauze.¹ De onderzoekers analyseerden het voorkomen van nonsurgical menopause bij 2127 vrouwen die voor de leeftijd van 36 jaar in Engeland en Wales tussen 1960 en 2004 waren behandeld voor HL. De patiënten werden gevolgd tot 2013.

Tijdens de follow-up onderging 605 patiënten nonsurgical menopause voor de leeftijd van 40 jaar. Het risico van premature menopauze nam toe met een factor van meer dan 20 na ovariumradiotherapie, alkylerende chemotherapie anders dan dacarbazine, of BEAM-chemotherapie voor stamceltransplantatie. Het risico was niet statistisch significant verhoogd na ABVD. De menopauze trad over het algemeen vroeger in na ovariumradiotherapie (62,5% binnen vijf jaar na behandeling met 5Gy of hoger) en BEAM (50,9% binnen vijf jaar) dan na alkylerende chemotherapie (24,2% binnen vijf jaar na zes of meer cycli). Het cumulatieve risico van menopauze voor de leeftijd van 40 jaar was 81,3% na 5 Gy of hoger ovariumradiotherapie; 75,3% na BEAM; 49,1% na zes of meer cycli alkylerende chemotherapie; 1,4% na ABVD; en 3,0% na alleen supradiafragmatische radiotherapie.

1.Swerdlow AJ, Cooke R, Bates R et al. Risk of premature menopause after treatment for Hodgkin’s lymphoma. J Natl Cancer Inst 2014;epub ahead of print