Anthracycline-geïnduceerde
cardiotoxiciteit (ACT) leidt tot substantiële morbiditeit in patiënten die
worden behandeld voor mammacinoom. Dr. Christof Vulsteke (AZ Maria Middelares,
Gent) en collega’s hebben een studie uitgevoerd van risicofactoren voor ACT in
een cohort van 877 patiënten met vroeg-stadium mammacarcinoom. De patiënten
werden behandeld met 3 tot 6 cycli neoadjuvant of adjuvant FEC. De uitkomsten van de studie worden vandaag online gepubliceerd in Breast Cancer Research and Treatment.1
Eindpunten
van de studie waren asymptomatische afname van de LVEF met meer dan 10% en
hartfalen graad 3 tot 5. Na een follow-up van mediaan 3,62 jaar (range
0,40-9,60 jaar) was afname van de LVEF met meer dan 10% gezien bij 153
patiënten (17,5%) en hartfalen bij 16 patiënten (1,8%). In multivariate analyse
was zes versus drie cycli FEC geassocieerd met LVEF afname met meer dan 10%
(OR 1,3; p<0,001). Ook heterozygote draagsters
van het rs246221 T-allel in ABCC1
versus homozygote draagsters van het T-allel hadden een verhoogd risico van
LVEF-afname met meer dan 10% (OR 1,6; p=0,02). Radiotherapie voor linkszijdig
mammacarcinoom was geassocieerd met harfalen (OR 3,7; p=0,026). Er werden geen
significante associaties gevonden van de
eindpunten met negen andere SNPs en met andere klinische factoren (leeftijd,
relatieve doseringsintensiteit van epirubicine, en optreden van febriele
neutropenie).
De
onderzoekers concluderen dat ACT in patiënten met mammacarcinoom gerelateerd is
aan het aantal ontvangen cycli epirubicine en linkszijdige radiotherapie. De
mogelijke associatie tussen rs246221 in ABCC1
en de LVEF dient in andere studies te worden bevestigd.
1.Vulsteke C, Pfeil AM, Maggen C et al. Clinical
and genetic risk factors for epirubicine-induced cardiac toxicity in early
breast cancer patients. Breast Cancer Res Treat 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)