
SN FNAC was een prospectieve multicenterstudie. Deelneemsters waren 153 patiënten met biopt-bewezen klierpositief mammacarcinoom (T0-3, N1-2). De patiënten ondergingen zowel SNB als CND. Immunohistochemisch onderzoek was verplicht. SN-metastasen van elke omvang, inclusief geïsoleerde tumorcellen (ypN0[i+]; 0,2 mm of kleiner) werden als positief beschouwd. Bij opzet van de studie werden optimale SNB identification rate (IR) en false-negative rate (FNR) gedefinieerd als tenminste 90% respectievelijk ten hoogste 10%.
In SN FNAC werd een SNB IR van 87,6% gezien (95%-bti 82,2% tot 93,0%) en een FNR van 8,4% (95%-bti 2,4% tot 14,4%). Als SN ypN0(i+) als negatief was beschouwd, dan zou de FNR toegenomen zijn tot 13,3% (95%-bti 6,0% tot 20,6%). Er was geen correlatie tussen de omvang van SN-metastasen en het percentage positieve niet-SNs. Met deze methode zou bij 30,3% van de patiënten in potentie CND achterwege kunnen blijven.
De onderzoekers zijn van mening dat immunohistochemische SN-beoordeling in deze setting nader dient te worden onderzocht alvorens eventueel opgenomen te worden in toekomstige richtlijnen.
1.Boileau J-F, Poirier B, Basik M et al. Sentinel node biopsy after neoadjuvant chemotherapy in biopsy-proven node-positive breast cancer: the SN FNAC study. J Clin Oncol 2014; epub ahead of print