In de European Randomized Study of Screening for
Prostate Cancer (ERSPC) is gezien dat screening geassocieerd was met een
statistisch significante 29% verlaging van de prostaatcarcinoomspecifieke
mortaliteit. Eveline Heijnsdijk (Erasmus MC) en haar collega’s hebben
op basis van de uitkomsten van ERSPC een simulatiestudie uitgevoerd van verschillende screening-strategieën beginnend op
de leeftijd 55 jaar, met een PSA-drempel van 3. De gesimuleerde strategieën
verschilden in leeftijd waarop de screening gestopt wordt, en in
screening-interval (één tot veertien jaar of een enkele screening). De
uitkomsten van de simulatiestudie zijn online gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.1
Uit de
simulaties blijkt dat screening met intervallen van drie jaar of korter meer
kosteneffectief is dan screening met langere intervallen. De optimale strategie
is volgens de onderzoekers screening op de leeftijd van 55 tot 59 jaar met
twee-jaars intervallen, resulterend in een incrementale kosteneffectiviteit-ratio
van € 73.000 per gewonnen QALY. De voorspelde reductie van
prostaatcarcinoom-specifieke mortaliteit bedraagt 13%, en in 33% van de
gedetecteerde gevallen is sprake van overdiagnose. Als een betere kwaliteit van
leven in de periode na behandeling kan worden gerealiseerd, dan zou 65 of 72
jaar de beste leeftijd zijn om de screening te stoppen.
De
onderzoekers concluderen dat screening op prostaatcarcinoom kosteneffectief kan
zijn als de screening beperkt blijft tot twee of drie keer tussen de leeftijd
van 55 tot 59 jaar. Screening op leeftijden hoger dan 63 jaar is minder kosteneffectief
vanwege verlies van QALYs door overdiagnose.
1.Heijnsdijk EAM, de Carvalho TM, Auvinen A et al.
Cost-effectiveness of prostate cancer screening: a simulation study based on
ERSPC data. J Natl Cancer Inst 2015; epub ahead of print
Commentaren
Reageren op dit artikel is mogelijk na registratie. (Login)