
Van de 276 geïncludeerde patiënten kregen er 267 de studiebehandeling (134 sorafenib, 133 placebo). Tijdens mediane observatie van 36 maanden was de mediane gebeurtenisvrije overleving 9,2 maanden in de placebo-arm versus 20,5 maanden in de sorafenib-arm; de drie-jaars EFS was 22% voor placebo versus 40% voor sorafenib (p=0,013). De mediane recidiefvrije overleving was 23 maanden voor placebo versus niet bereikt voor sorafenib; de drie-jaars RFS was 38% voor placebo versus 56% voor sorafenib (p=0,017). De mediane overall survival was in geen van beide armen bereikt; de drie-jaars OS was 56% voor placebo versus 63% voor sorafenib (p=0,382). In de 46 FTL3-ITD positieve patiënten was er geeen verschil tussen beide armen in EFS, maar een trend naar langere RFS en OS in de sorafenib-arm.
De meest-gerapporteerde graad 3 of hoger bijwerkingen waren koorts (40%), infectie (22%) en bloeding (2%). Het risico van graad 3 of hoger koorts, bloeding en hand-voet syndroom was significant hoger in de sorafenib-arm.
De onderzoekers concluderen dat toevoegen van sorafenib aan standaard chemotherapie voor jongere AML-patiënten resulteert in verbetering van de uitkomsten. SORAML levert de eerste evidentie voor klinisch profijt van een TKI in dit type leukemie, aldus Röllig.
1.Röllig C et al, ASH Annual Meeting 2014; abstr. 6